We overlopen graag een aantal informatieve voorbeelden uit het jaarverslag.
Het volledige jaarverslag kan u hier vinden.
- Dossier 2022/65 (vraagsteller/melder: zorgsector)
“Bij de online aanvraag van bewindvoering wordt heel wat persoonlijke informatie gevraagd ter staving van de aanvraag.
Ik vind het als professioneel, die (vaak) de aanvraag indient, niet duidelijk dat de gegeven info (ikv beroepsgeheim) gedeeld zal worden met de aanverwanten van de persoon waarvoor bewindvoering wordt aangevraagd.
In de situatie die zich voordeed werd er een aanvraag ingediend vanuit een mobiel behandelteam. Ze hebben zoveel mogelijk informatie gegeven om de aanvraag te staven, ook vanuit het gegeven dat dit beroepsgeheim is en dit niet wordt gedeeld. Nadien blijkt dat al deze info per brief werd verstuurd naar beide kinderen. Ik begrijp dat kinderen op de hoogte moeten gebracht worden van de opstart van deze aanvraag, maar de gegeven info was van belang voor de vrederechter, niet voor de dochter.
Ik vind het daarnaast niet duidelijk worden vermeld dat de gegeven informatie tijdens de aanvraag, bij de kennisgeving aan familie in de 1e graad, bijgevoegd wordt.
Ik stel mij de vraag of kinderen (en/of andere aanverwanten) over alle informatie moeten beschikken. Daarnaast zou het toch duidelijk moeten zijn voor de aanvrager dat alle gegeven info zal gedeeld worden, zodoende deze laatste hiermee rekening kan houden.”
De commissie deelde enerzijds mee dat in toepassing van artikel 1244 Ger.W. bij de oproeping een afschrift van het verzoekschrift wordt gevoegd. De wet voorziet niet dat ook stukken worden opgestuurd.
Wie partij wordt, heeft inzage in het rechtsplegingsdossier en kan derhalve kennis nemen van alles wat in het dossier wordt neergelegd. Het recht op tegenspraak is essentieel.
Uit de commissiebespreking kwam anderzijds ook tot uiting dat organisaties vanuit de zorgsector zich er niet altijd van bewust zijn waarom een kopie van het verzoekschrift kenbaar wordt gemaakt aan de partijen binnen een bewindvoeringsdossier.
De commissie kwam tot het besluit dat het helpend kan zijn dat hieromtrent uitleg wordt verschaft aan de zorgsector. Dit kan onder meer gebeuren tijdens toekomstige studiedagen.
Daarnaast formuleerde de commissie de aanbeveling om via het platform van de rechterlijke bescherming een ‘pop-up’ te laten verschijnen zodat verzoekende partijen worden ingelicht dat de informatie die zij kenbaar maken, wordt gedeeld met de partijen in het dossier.
De huidige stand van zaken is dat de aanbeveling geagendeerd werd door de systeembeheerders van de vredegerechten van West-Vlaanderen op de vergadering van de werkgroep van het centraal register van bescherming van de personen teneinde hier verder gevolg aan te geven.
