Met de invoering van Boek 3 ‘Goederenrecht’ in het Burgerlijk Wetboek werd ook de regelgeving omtrent erfdienstbaarheden gewijzigd. Het doel van de wetgever was het goederenrecht (van inmiddels meer dan 200 jaar oud) functioneler te maken, te moderniseren en te flexibiliseren. Ook de rechtsfiguur van de erfdienstbaarheden werd daarbij aangepakt.
Waar de term ‘erfdienstbaarheden’ een nogal klassieke bijklank heeft, zijn ze nochtans actueler dan ooit in een moderne maatschappij waarbij de evolutie niet stilstaat, de bebouwing systematisch dichter wordt en naburen steeds meer van elkaar moeten kunnen verdragen – de wetgever heeft de ondertitel ‘erfdienstbaarheden’ dan ook treffend onder de titel van ‘Burenrelaties’ geplaatst.
Na bijna twee jaar toepassing in de praktijk van het nieuw goederenrecht, wordt in deze uiteenzetting nagegaan wat precies gewijzigd werd op het vlak van erfdienstbaarheden, welke de (grote?) vernieuwingen zijn en of er reeds een evaluatie van de concrete toepassing van de nieuwe wetgeving mogelijk is.
Deze uiteenzetting focust op alle erfdienstbaarheden, hun ontstaan en tenietgaan, de wijze waarop deze gebruikt worden en de bewijsrechtelijke aspecten. Er wordt tevens dieper ingegaan op ‘het recht van overgang’ en de verschillende mogelijke juridische statuten die aan de grondslag van dit recht kunnen liggen. Tenslotte wordt de vergelijking gemaakt met de nog steeds relevante oude regelgeving en wordt geregeld de link gelegd met andere zakelijke gebruiksrechten.
Deze uiteenzetting heeft tot doel de praktijkjurist de basisprincipes bij te brengen over erfdienstbaarheden en misschien enkele tips & tricks mee te geven om de cliënten adequaat te kunnen adviseren inzake erfdienstbaarheden, in het bijzonder met het oog op de mogelijke (ongunstige) gevolgen die erfdienstbaarheden teweeg kunnen brengen.
2 punten zullen na het volgen van de opleiding toegekend worden.
Er wordt een broodjeslunch voorzien.
Balie Gent – erkende opleidingsinstelling
elke.vanlaer@baliegent.be
09/234 56 20